fbpx

En zo liepen Martijn en Benfolo naar een kasteel. Het was al een oud kasteel, maar tegenwoordig kwamen er regelmatig bezoekers langs. Men zei dat hier een vuur-poltergeist de bezoekers teisterde. Aangezien Martijn al ruime tijd bezig was met het uitbannen van verschijningen en beide heren opgeleide vuurmeesters waren, was dit precies de taak voor hen!

Voor het uitbannen van een vuur-poltergeist zijn een aantal belangrijke voorbereidingen nodig. Martijn en Benfolo hadden zich goed voorbereid en een koffer vol attributen en artefacten meegenomen. Ze moesten enkel nog de juiste vallen en spreuken prepareren en daarna uiteraard de vuur-poltergeist nog vinden. In zo’n groot kasteel waren immers vele schuilplaatsen te vinden, dus het was geen eenvoudige klusje. Omdat er gelukkig geen andere gasten in het kasteel aanwezig waren, hadden ze alle tijd en ruimte. Dat was maar goed ook, want zo’n uitbanning was een gevaarlijk klusje. Waar te beginnen met zoeken…

Benfolo had zijn boek met notities erbij gepakt en beraadde zich op de beste strategie om de vuur-poltergeist te verjagen. Martijn was ondertussen bezig om de juiste val te selecteren. Genies zijn het beste te vangen met een olielamp, terwijl entiteiten het beste vast te zetten zijn met Raziel’s Receptacle. Maar hoe vang je nou een vuur-poltergeist? Met dit vraagstuk hielden de magiërs zich in het kasteel bezig..

Voordat er begonnen kon worden met de daadwerkelijke uitbanning van de vuur-poltergeist in het oude kasteel werden de laatste brouwsels gemaakt. Immers, omgaan met vuur was gevaarlijk. Zilverpoeder werd vermalen en gemengd met een helend kruidenmengsel voor het geval dat de vuur-poltergeist toch de overhand zou krijgen. Gelukkig waren beide magiërs goed opgeleid en geoefend en waren ze overtuigd dat het goed zou komen.

De zoektocht naar de vuur-poltergeist was begonnen. Waar zou deze entiteit zich verborgen kunnen hebben? Een poltergeist liet zich natuurlijk niet zomaar vangen en kon snel wegglippen. Benfolo en Martijn moesten dus ongezien te werk gaan. Waarschijnlijk zou hij de beide magiërs al lang hebben opgemerkt als zij zich niet zo goed hadden voorbereid en een spreuk hadden gebruikt om tijdelijk aan zijn zichtveld te ontsnappen.

Ze liepen via een oude stenen wenteltrap naar beneden. Ze voelden een verandering, een grens. Alsof ze niet meer in de gewone wereld waren, maar in de magische wereld.

Ze kwamen in een kelder terecht die vreemd genoeg leidde naar nog een trap. Echter, deze ging weer omhoog. Hoger en hoger. Totdat ze bij een verlaten balzaal uitkwamen. In de ruimte stonden zes zwart marmeren zuilen, waarvan sommige beschadigd waren door de tand des tijd. Over de houten meubels lagen witte lakens. Aan een kant van de ruimte was een klein zwart deurtje dat met planken dicht was gespijkerd. Het pronkstuk aan de andere kant van de ruimte was een groteske open haard.

De zwarte marmeren schouw bestond uit een tafereel van Goblins die in gevecht waren met een Feniks. Het aanzicht was zeer imposant. Een scherpe grinnik was te horen en in een oogwenk ontvlamde de haard.

Gnarst is een vuur-poltergeist uit het zuiden. Een imp-achtige verschijning en een brede gemene glimlach was onder de vlammen goed zichtbaar. Met zijn lange bottige vingers wees hij naar Martijn en Benfolo. Hij pakte een briket, liet het ontvlammen en gooide de vuurbal richting de ogen van de magiërs. Een schelle lach was te horen in de kasteelzaal toen de vlammende briket op hun rug uit elkaar spatte en de vonken in het rond vlogen.

Martijn pakte snel Raziels Receptacle -zijn ghosttrap- en Benfolo blies in zijn vuist waardoor een zilveren mist verscheen. Met zijn toverstaf dreef Benfolo de mist richting de imp. Martijn opende het kleine glazen kistje dat met een magische handbeweging twee keer zo groot werd.

Gnarst trok woest een speer van een van de ridderharnassen en liet de punt ontvlammen. Met een woeste blik gooide hij de vlammende speer richting Benfolo. Net voordat hij zijn doel zou raken, hapte een slang van blauwe energie de speer in tweeën. De blauwe energie keerde weer terug naar Martijn zijn handen.

Met een zwaai toverde Benfolo de zilveren mist om in een muur van regendruppels om Gnarst heen. De vuur-poltergeist kon geen kant meer op.

Ondertussen bleef Raziels Receptacle groeien door de handbewegingen van Martijn. Gnarst ontvlamde voor de laatste maal zijn lichaam en schoot allemaal kleine vuurballen tegen de magische regen voor hij opgeslokt werd door de glazen ghostrap. De ghosttrap begon onmiddellijk terug te krimpen naar zijn oorspronkelijke formaat en de magische regendruppels verdampten weer. Martijn pakte een metalen orb uit de tas van Benfolo en zette de glazen Receptacle erin.

Ze liepen de trap weer af door de magische barrière, terug naar het echte kasteel, uiteraard met de opgesloten poltergeist. Daar sloten en verzegelden ze de magische barrière zodat niets er meer doorheen kon komen.

De twee zaten na te genieten in Taini’s Tiny Tavern. Dit was een interessante klus. Ze moesten alleen nog bedenken wat ze zouden doen met Gnarst, de vuur-poltergeist. Wellicht moest hij voor onderzoek naar het Magisch Uniment. Of wellicht konden ze hem ergens vrijlaten waar hij geen kwaad zou doen. Hopelijk kon het kasteel in ieder geval weer snel open.