Martijn tuurde tot zijn verbazing een diepe duisternis in. De twijfel viel over hem. Was dit slechts een waterput? Of was dit iets waar hij zichzelf in moest laten zakken? Hij haalde zijn fakkel tevoorschijn en met een vertrouwde spreuk kwam de vlam tevoorschijn. Hij stak de fakkel in de duisternis. Het leek een krappe ronde tunnel naar beneden. De wanden waren wederom bekleed met symbolen. Het was duidelijk dat hij hier toch naar beneden moest.
Hoewel Martijn niet perse een voorliefde had voor donkere onbekende ruimtes begreep hij ook dat alle antwoorden op zijn vragen wellicht hier gevonden konden worden. De nieuwsgierigheid won het over de twijfel en met nieuw gevonden focus gooide hij zijn magische navigatiefakkel het donkere gat in. De vuurmeester zag de fakkel op de bodem vallen en besefte dat hij dit aan moest kunnen. Hij keek nog eens om zich heen, een laatste blik werpende op de bovengrondse wereld. Daarna liet hij zichzelf in het gat zakken.
Martijn kwam met een behendige landing op de bodem terecht en pakte direct zijn fakkel op. Het was een stenen ruimte met oude fakkels in de muur. Boomwortels kwamen door het gewelfde plafond heen en de stabiliteit van de ruimte leek ver te zoeken. De vuurmeester die hij was stak hij de oude fakkels aan. Licht in de duisternis scheppende zag hij meer symbolen op de muren. Het was net alsof hij een Egyptische graftombe was binnen gestapt. Hij liep de ruimte door de symbolen bestuderend.
Voorbij de oude symbolen aan het einde van de ruimte liep een stenen trap naar beneden, naar een soort kelder verder de ondergrondse diepte in. Er kwam een zwakke magische gloed uit de kelder. Hij voelde de aanwezigheid die alleen maar sterker was geworden ineens achter hem. Met een ruk draaide hij zich om zich verdedigend met de fakkel, maar er was niemand. Een bijzonder duister gevoel overkwam hem. Was hij echt gek aan het worden? Hij wilde het liefst meteen weer naar de oppervlakte klimmen.
Hij draaide zich weer om. Martijn twijfelde of hij de trap zou afgaan. Aan de andere kant was het achtervolgende gevoel ook niet iets waar hij in wilde blijven hangen. Maar hij wilde het raadsel van het artefact oplossen en weten wat de herkomst was van de mysterieuze geheime teksten. Als bliksem bij donderslag besefte hij ineens wat hem al die tijd had achtervolgd.
Hij was het zelf! Het was zijn eigen twijfel en angst die hij had bij deze missie! Sommige bijzondere objecten of artefacten werden vroeger wel “beschermd” met een bezwering. Deze duistere bezwering zorgde ervoor dat zo gauw men aan het object dacht, ze allerlei waanideeën kregen om de magiërs af te leiden en gek te maken. Daardoor zouden ze langzaam gek worden van paranoïde en angstige gedachten en zo nooit hun doel behalen.
Martijn lachte om zichzelf. Hoe had hij dit kunnen missen? Misschien maar beter ook. Als hij dit van te voren had geweten had hij misschien niet gekozen om de reis te maken. Hij sloot zijn ogen even haalde een paar keer diep adem. Zichzelf inwendig moed in pratende. Het tolde in zijn hoofd met alle vragen die hij afgelopen weken had gesteld. Zijn twijfel was nu op zijn sterkst, doordat hij zo dichtbij was en de bezwering dus op zijn sterkst. Martijn wist dat zijn einddoel voor het grijpen lag. Met zijn hand bij zijn toverstaf haalde hij diep adem en zette een stap voorwaarts richting de stenen trap, richting de magische gloed…